Corien Unger

Wandelaar, verhalenverteller

Tag: schrijven

  • Vrouwen op hun eigen pad

    Vrouwen op hun eigen pad

    Een boek vol verhalen van vrijgevochten vrouwen. Vrouwen die ooit als heks werden verbrand en later, tot ver in onze tijd, werden uitgesloten, krankzinnig verklaard, geminacht, of domweg doodgezwegen. Want ze braken uit hun ingeperkte bestaan. Ze deden wat mannen vanouds tot avonturiers, helden en filosofen maakt: hun eigen pad kiezen.

    Alleen
    Ze gingen er liefst alleen op uit, in tijden dat vrouwen niet ongechaperonneerd buiten liepen; niet naar een winkel, niet in een park en zeker niet in de wilde natuur van bossen, heide, zee en bergen. Ze stonden meestal alleen, in een wereld waarin het onbestaanbaar was dat ook vrouwen zichzelf willen zijn, eigen ideeën onderzoeken en authentieke zelfexpressie ontwikkelen in leven en werk.

    Voetsporen
    In Het wilde vrouwenpad beschrijft Brigitte Ars twaalf wandelingen in de voetsporen van vrouwen die fysiek, emotioneel en intellectueel hun eigen weg gaan. Het voert haar van de vrouwen van het oude Athene tot de Faeröer eilanden en haar eigen Limburg. Ze loopt het ‘onpad’ van avonturier en schrijver Nan Shepherd in Schotland, sluit zich aan bij een pelgrimage voor de Ierse godin Bridgid, beklimt de Hexenstieg in de Harz en verkent de avonturen van vrijgevochten schrijvers en wandelaars als Astrid Lindgren, Virginia Wolf en Simone de Beauvoir.

    Zoektocht
    Brigitte Ars is zelf avonturier. Ze zwierf jaren als journalist door gebieden in vier werelddelen en woonde in India. Ze schrijft aanstekelijk en met een grote gretigheid voor onverwachte wendingen, ontmoetingen, inzichten en bijzondere perspectieven. Zelf omschrijft ze Het wilde-vrouwenpad als “een zoektocht naar de essentie van vrijheid en de kracht om als vrouw je eigen pad te vinden”.

    Avontuur
    Dat hoeft niet per se via de hoogste toppen of op de langste dagmarsen langs de ruigste paden, laat ze zien. Wel stelt ze wandelen in de natuur centraal, met een voorkeur voor meerdaagse tochten. Want die geven tijd en ruimte voor de nomadische kant die we als soort van nature hebben. Voor een onderdompeling in avontuur met je hele lijf, je gevoel en al je zintuigen. Je komt daar altijd anders van terug.

    Het wilde-vrouwenpad – Avontuurlijke wandelingen
    Brigitte Ars
    2025, Querido, 272 pgs

  • Een Joodse begraafplaats?

    Een Joodse begraafplaats?

    Je wandelt, fietst of treint er zo aan voorbij: een geïsoleerd rietveld in de weilanden even zuidelijk van de spoorlijn Sneek-Stavoren, tussen Oudega en IJlst. Het ligt er al heel lang, is van niemand en wordt de Joodse begraafplaats genoemd. Hier? In dit afgelegen, weidse gebied, vroeger moeras, nu boerenland?

    Het rietveld herbergt inderdaad een begraafplaats, en dat al sinds eind vijftiende eeuw. Maar er is niets joods aan. ‘Joden’ was een scheldwoord voor landlopers en andere mensen van slechte naam. Ze mochten niet in de gewijde grond van kerken begraven worden. Maar waar dan wel?

    Klooster Nazareth (1483-1580)
    In 1483 werd aan de Rigedyk, tussen het huidge Oudega en de Schuttepoel, Klooster Nazareth opgericht. De Grauwe Begijnen, nonnen van de Orde der Augustijnen, zochten een veilige plek in de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten (in Friesland: Schieringers tegen Vetkopers). Die vonden ze in het veen- en moerasgebied dat zich indertijd zuidwestelijk van Sneek uitstrekte.

    Ter hoogte van het rietveld staat naast het fietspad een nog net leesbare plaquette. Van boven naar beneden, van zuid naar noord, ontcijferen we Klooster Nazareth, een boerderij, het ‘Joadsk tsjerkhof’, het fietspad en de spoorlijn.

    Hoog tijd voor een zoektocht op internet. Daar vinden we tekst en uitleg over de begraafplaats op de site van de Gerben Rypma Stichting.

    Hospitaal en begraafplaats
    In de boerderij hadden de nonnen een hospitaal ingericht waarin ook de zogenaamde ‘joden’ werden opgevangen – en ook stierven. Het land benoorden het klooster en de boerderij was nog niet ontgonnen. De nonnen legden er een begraafplaats aan waar ze zo’n 80 jaar de niet-kerkelijke doden begroeven.

    Eeuwenlange rust
    Tijdens de Reformatie (1580) werd Klooster Nazareth onteigend en met de grond gelijkgemaakt. Maar een aantal boeren in de omgeving bleef katholiek. Ter herinnering aan de goede werken van de nonnen groeven ze een greppel rond de begraafplaats. Het land was nog steeds van niemand en werd eeuwenlang met rust gelaten.

    Werkkamp
    Dat veranderde eind negentiende eeuw met de aanleg van de spoorlijn Sneek-Stavoren, die in 1885 in gebruik is genomen. Het zware werk – scheppen en nog meer scheppen – in wat toen grotendeels moerasgebied was, werd gedaan door zo’n 1000 arbeiders. Onderaan het spoortalud proberen we ons een beeld te vormen van dit immense karwei.

    De Hollandse (IJzeren) Spoorweg-Maatschappij (HSM) kocht grond in de omgeving van de oude begraafplaats om barakken te bouwen die de arbeiders konden huren. Veel arbeiders, onder wie veel migranten uit Duitsland en België, verbleven er met hun gezinnen. Vrijgezellen brachten vrouwen naar het kamp die ook weer barakken huurden en er hun nering hadden.

    Opnieuw begraafplaats
    Het werkkamp raakte overvol en de leefomstandigheden waren bar. Er vielen doden door uitputting, ondervoeding, ziekten, vechtpartijen en geweldsdelicten. Uit het bevolkingsregister blijkt dat er kinderen en volwassenen in de barakken zijn overleden die niet naar omliggende dorpen of terug naar hun eigen woonplaats zijn gebracht. Aangenomen wordt dat ook zij op ‘It Joadsk Tsjerkhof’ zijn begraven.

    Monument
    In de jaren negentig van de vorige eeuw dreigde de begraafplaats door ruilverkaveling te verdwijnen. De geziene oud-verzetsleider Johannes Walinga uit Oudega wist dit te te voorkomen. It JoadskTsjerkhof is nu een archeologisch monument.

    Schuin er tegenover herinnert een in cortenstaal uitgevoerd uitzichtpunt aan de afronding van de ruilverkaveling waarbij oude geschiedenis nipt behouden bleef.

  • Schrijven kunnen we allemaal

    Schrijven kunnen we allemaal

    Wat is de meerwaarde van een tekstschrijver?

    Een tekstschrijver kan goed schrijven. Begrijpelijke, prettig leesbare en correcte teksten geven je organisatie een professionele uitstraling.

    Een tekstschrijver kijkt met een frisse blik naar je organisatie. Dat kan vragen, invalshoeken en verhalen opleveren die niet alleen jou, maar ook je doelgroep verrassen.

    Een tekstschrijver is je klankbord om je te behoeden voor jargon, ouderwets taalgebruik, verzanden in details of in herhaling vallen waardoor lezers afhaken.

    Een tekstschrijver schrijft zoekmachinevriendelijk maar zorgt dat de tekst lezersvriendelijk blijft.

    Een tekstschrijver schrijft geen spreektaal, geen rapporten- of beleidstaal maar leestaal.

    Een tekstschrijver kan formuleschrijven: toon, stijl en woordkeuze kloppen met het communicatiedoel en de doelgroep.

    Een tekstschrijver beheerst de kunst van het weglaten. Professioneel geschreven teksten zijn doeltreffende teksten.

    Een tekstschrijver heb je nodig voor de juiste vraag op het juiste moment.

    Je houdt meer tijd over om te doen waar jij goed in bent: je eigen vak.